![]() |
![]() |
miserable now![]() |
![]() |
![]() Monday, February 23, 2004Ondanks dat Lerak me voor was, spui ik deze hier...![]() Een overdosis onverschilligheid ‘Ik lijk wel een hoofdpersonage in een boek van een schrijver die het verder ook niet meer weet’. Zomaar een citaat uit De droogte, de nieuwe van Herman Brusselmans. Eigenlijk is dit één van de meest filosofische, existentiële gedachten uit het boek. Voor de rest vult Brusselmans – we zijn niet anders gewend – ruim driehonderd bladzijden met de filosofie van de gewone man. ‘Ik wil helemaal geen filosofische inslag. Ik wil nadenken zo vaak als mogelijk afwisselen met niet nadenken’. Maak kennis met Fazio, een cynische dertiger uit een willekeurige Vlaamse stad. Was hij alleen wat cynisch aangelegd geweest, dan had iedereen hem dat vergeven. Maar Fazio is door en door cynisch, sarcastisch, egoïstisch, vrouw- en tevens manonvriendelijk, racistisch, oversekst en kampt met een rook- en drankverslaving. In De droogte kun je gedurende twee dagen over Fazio’s schouder meekijken. Een periode van twee dagen lijkt niet veel, maar Fazio beleeft in die tijd meer dan sommige mensen in twee jaar. De dingen die Fazio beleeft hebben nogal te maken met zijn levenshouding, die – even kort door de bocht – nogal negatief genoemd kan worden. Wellicht is hij een slachtoffer van een versnipperde postmoderne wereld, gevormd en gekneed door de frustrerende ellende van alledag. Op de eerste bladzijde is Fazio verwikkelt in een scheidingsrechtszaak, het oordeel valt niet bepaald positief uit en hij is terstond zijn vrouw, huis en bezittingen kwijt. Ook wordt hij prompt ontslagen. Omdat hij nergens anders terecht kan, trekt hij in bij zijn moeder. Dat komt haar op de nodige ‘peren voor haar muil’ te staan, ‘Met nog een paar kleinere peertjes erachteraan.’ Hoe Fazio zijn daden evalueert is tekenend voor zijn karakter: ‘Ik had er, vooral met de eerste peer, niet naast gemept. De andere peertjes waren te verwaarlozen geweest. Ik ben geen beul’. De droogte barst van de kritische opmerkingen aan het adres van de moderne maatschappij, in dit geval de Vlaamse: ‘Al die miljoenen verschrikkelijke Vlaamse gezinnen in hun veel te kleine huizen’. Dit bekende kleinburgerlijke type mensen weet Brusselmans via Fazio angstig goed neer te zetten: ‘Zonder kinderen zou het blanke ras uitsterven, dat is zo, maar stelt het blanke ras dan zoveel voor? Niet meer, maar zeker ook niet minder dan om het even welk gekleurd ras.’ Waarna hij naadloos verder gaat met: ‘Al die vreemde luizen in ons prachtige land. Je kan geen drie stappen verzetten of je zou struikelen over een tulband, een sluier of een bananenschil. Over tweehonderd jaar leven we hier in de brousse of in de islamitische laagvlakten, let op m’n woorden’. Fazio zit in een diep dal. Ondanks zijn talloze kopzorgen blijft hij zoals hij is. Hij beweegt zich van het ene café naar het andere en ontmoet talloze personages die haarfijn door Brusselmans worden beschreven. Frappant is dat Fazio zich een vreemde waant in zijn eigen stad. Hij kan geen straat vinden zonder een kaart of ‘één van die miljoenen verschrikkelijke Vlamingen’ geraadpleegd te hebben. De mensen die hij tegenkomt behandelt hij totaal willekeurig. De één slaat hij in elkaar, terwijl hij met de ander de kroeg in duikt. Hij troggelt geld af van oude mensen en heeft seks met verschillende jonge meisjes. Al met al heeft hij het er maar druk mee. De droogte is weer zo’n boek van Brusselmans. Het verrast niet echt, maar daarom is het zeker geen slecht werk. Zijn boeken kunnen nauwelijks worden vergeleken met de gangbare literatuur. Iedere lezer weet – als hij Brusselmans oeuvre een beetje kent – wat hij kan verwachten: nihilisme, zinvol noch zinloos geweld, triestheid en leegte. De schrijfstijl van Brusselmans doet wat met je, het is afwisselend tragisch en dolkomisch, maar een overdosis onverschilligheid laat je toch niet onberoerd. Of de schrijver zich dit bewust is valt te betwijfelen. Zelf ziet hij zijn manier van schrijven als de verschrikkelijke realiteit van alledag. Waarom zou die opgepoetst moeten worden? Af en toe kan zich uit deze ellende een filosofisch bloempje ontwikkelen: ‘Alles is absurd. De mensen spreken in raadselen. Praten is afvalverwerking. De taal is een strontschep. De verwarring en de verdwazing vergroten. Wie aanwezig is was voor hetzelfde geld afwezig. Namen worden verward voorzover het namen zijn. Pseudonimiteit alom. (…) Ik zal liegen en waarheden verdraaien en alles omkeren en onverschillig staan tegenover het resultaat.’ Toch gloort er voor iedereen, net als aan het einde van De droogte, nog onverwachte hoop aan de horizon. 14:28 | posted by juan | |
![]() |
![]() |
||||||||
![]() |