![]() |
![]() |
miserable now![]() |
![]() |
![]() Sunday, February 15, 2004OmaAls ik in het weekend in Loenen ben, probeer altijd even bij oma Katrien langs te gaan. Gewoonlijk is dat op zondag, na de ochtenddienst. Oma is 94 met rasse schreden aan het aftakelen. Eens had ik het stervensproces bijna vroegtijdig beëindigd. Oma is geen schim van de vrolijke sterke vrouw die ze amper twee jaar geleden nog was. Ze is nu een taai hoopje hangend vel en grijs haar, maar soms is de glimlach van vroeger weer te zien. Deze bewuste zondag was een mooie zondag. Er waait een zachte westenwind, het zonnetje straalt en mijn gemoed ook. De huisjes van het seniorenpleintje lachen me tegemoet. Ik heb de sleutel en loop naar binnen. Bezoekers moeten altijd eerst een sleutel regelen; oma komt niet graag naar de deur, ze valt vaak al na drie stappen strompelen. Er zullen ongeveer twaalf sleutels in omloop zijn want haar nageslacht is talrijk dus haar bezoek ook. Mijn moeder zit er al. Ik geef mijn oma een zoen en neem plaats op de luie stoel tegenover haar. “Hoe is het, oma?” Ze antwoordt met een knikje. “Is de zuster nog geweest vanmorgen?” “Een jongen,” mompelt ze. Ze stoot nog een paar afkeurende klanken uit, het is duidelijk dat ze liever verzorgd wordt door een meisje. “Aha.” Bezoekjes aan oma zijn erg ontspannen. Er is geen noodzaak om te praten - want waarover? -je aanwezigheid is genoeg. Ik lees een krantje, ondertussen is mijn moeder in de weer om het eten klaar te zetten. Het eten is klaar. Ik help oma uit haar stoel en begeleid haar naar de tafel. Ze ploft neer op de stoel. “Groentesoep! U bent een geluksvogel, oma. Een bofkont. Ik zou graag met u willen ruilen. Ik ben ook al aan het dementeren, maar ik krijg geen groentesoep.” Mijn gebrekkige grap wordt beloond met een glimlach. Ik maak me op om te vertrekken. Even naar het toilet, jas en schoenen aan, en dan nog een zoentje halen. “Zo, ik ga weer naar huis oma,” zeg ik terwijl ik mijn hoofd naar de hare buig. Ik krijg een dikke natte zoen, er glipt een beetje tussen haar lippen door. Ik richt mij op, veeg de soep van mijn wang en zeg: “ha lekker, krijg ik toch nog mijn groentesoep.” Oma lacht en verslikt zich. Ik sta erbij te kijken terwijl mijn oma verstijft en naar zuurstof zoekt, ik weet bij God niet wat ik moet doen. Seconden verstrijken. “Eh, mam? Ma!” Ma komt net op tijd binnenrennen. Eenmaal buiten waait er nog steeds een vriendelijk windje en zon schijnt door alsof er niets gebeurd is. Ik fluit een liedje dat schijnbaar zonder reden in mij op is gekomen. Plotseling weet ik de woorden weer. “Een mooie dag voor de dood,” mompel ik. 17:44 | posted by roel | |
![]() |
![]() |
||||||||
![]() |